woensdag 30 november 2016

Desastreuze gevolgen van de destructieve milieupolitiek van het Iraanse regime




26 nov 2016 -Door de destructieve milieupolitiek van het Iraanse regime is het Namak meer bij Qom aan het opdrogen en de gevaarlijke consequenties daarvan voor het milieu beginnen al zichtbaar te worden in de 4 naastgelegen provincies.
Nu het zoutmeer aan het opdrogen is, spreken officials van het regime over een catastrofe die nog veel groter is dan die van het Urmia meer, omdat het stof van het opgedroogde zoutmeer van Qom een vierde deel van de bevolking tot last zal worden.
Het Hovz-e Soltan zoutmeer ligt 40 km ten noorden van Qom en 85 km ten zuiden van Teheran. Dit meer bij Qom, dat ook wel het Saveh meer of Shahi meer wordt genoemd, is 240 vierkante kilometer groot en grenst direct aan de provincies Semnan, Teheran, Qom en Markazi (Arak). Vanwege de glinsterende zoutkristallen die een groot deel van het meer bedekken, wordt het ook wel de grootste natuurlijke spiegel van Iran genoemd.
Volgens staatsmedia lijkt het erop dat, nu er steeds minder water in het meer komt. het meer ten dode is opgeschreven.
De belangrijkste oorzaak voor het opdrogen is het bouwen van dammen en het graven van illegale waterputten, waardoor het meer steeds minder watertoevoer heeft en steeds meer verandert in een groot centraal stofgebied.
Het hoofd van de milieubescherming in Qom stelt dat de hoeveelheid stof in Qom op sommige dagen 40 maal hoger is dan de standaardwaarde. Het stof kan het menselijk lichaam binnendringen hetgeen op de langere duur ongeneeslijke ziekten kan gaan veroorzaken.
“De oppervlakte van het zoutmeer is 20 maal die van de stad Qom en de gevolgen van dit stof van zout (ten gevolge van het opgedroogde meer)  kan een gevaarlijke bedreiging worden voor de stadsbevolking. Dit stof brengt ook ademhalingsmoeilijkheden teweeg voor de inwoners van Qom en kleurt de lucht in de zomer geel. Wanneer het stof het lichaam binnendringt verstoort het de opname van zuurstof door lichaamscellen en speelt een belangrijke rol bij het overbrengen van ziektekiemen, verschillende typen kanker, hart- en vaatziekten en huidaandoeningen en kan zelfs de dood tot gevolg hebben”, aldus deze official.
Hij zegt dat “de crisis rond dit meer ernstiger is dan die rond het Urmia meer, dat een aantal jaren geleden door de officials werd aangekaart. Maar als gevolg van gebrek aan maatregelen en coördinatie tussen de diverse instanties om het meer nieuw leven in te blazen en het feit dat er bovenstrooms een nieuwe dam wordt gebouwd dreigt het meer verloren te gaan door deze crisis.”

donderdag 24 november 2016

Moeder van geëxecuteerde vrouwelijke gevangene ontboden bij de Inlichtingendienst




STFA   De moeder van de geëxecuteerde gevangene Reihaneh Jabari, die onlangs werd gearresteerd voor het houden van een herdenking naar aanleiding van het feit dat haar dochter 1 jaar geleden werd geëxecuteerd, werd telefonisch opgeroepen om naar de Inlichtingendienst te komen Ze moet daar om 10 uur ’s morgens aanwezig zijn.
De 26 jaar oude Reihaneh werd veroordeeld voor de moord op veiligheidsofficier Morteza Sarbandi en werd ter dood veroordeeld. De agent had geprobeerd haar te verkrachten.
– 14 november 2016

Gevangenen schrijven vanuit de dodencel een brief aan de Speciale VN Rapporteur voor de Mensenrechten in Iran betreffende martelingen in Iraanse gevangenissen




STFA   Twee politieke gevangenen, Zaniar en Loghman Moradi, die gevangen zitten in de Rajayi Shahr gevangenis in Karaj, schreven een brief aan de Speciale VN Rapporteur voor de Mensenrechten in Iran, mevr.  Jahangir, om gerechtigheid te zoeken.
Hier volgt een deel van deze brief:
“Deze brief is geschreven namens Zaniar and Loghman Moradi, twee Kurdische politieke gevangenen die in de dodencel zitten.  We zijn ontelbare keren verhoord en gemarteld. We hebben nog steeds littekens van de slagen van toen we in gekruisigde positie waren vastgebonden en striemen van de geselingen over heel ons lichaam, die we ondergingen in het detentiecentrum van de Inlichtingendienst in Sanandaj. De voortdurende bedreiging om te worden verkracht was dag en nacht een nachtmerrie voor ons… Nu verzoeken wij u om stevige maatregelen te nemen zodat ons recht wordt gedaan en vragen Mensenrechtenorganisaties om een eerlijk proces voor ons te regelen, zodat we vrij zullen komen”.