donderdag 27 april 2017

EU verlengt sancties tegen Iran wegens mensenrechtenschendingen




Dinsdag, 11 april 2017 

BRUSSEL (Reuters) - De Europese Unie heeft afgelopen dinsdag de sancties tegen Iran wegens "ernstige mensenrechtenschendingen" tot april 2018 verlengd, een strengere maatregel dan de door de Unie na het internationale akkoord over het Iraanse nucleaire programma versoepelde beperkingen.
De EU heeft toenadering tot Iran gezocht sinds het nucleaire akkoord van 2015, dat een einde maakte aan een decennium van zware westerse financiële en handelssancties tegen de Islamitische Republiek. Top-EU-functionarissen zijn sindsdien regelmatig op en neer naar Teheran gevlogen, vaak in begeleiding van grote Europese zakendelegaties.
Maar de EU heeft ook de reisbeperkingen met een jaar verlengd en de banktegoeden van 82 Iraanse personenbevroren, alsmede een verbod ingesteld op de export naar Iran van uitrustingen ter controle van telecommunicatie en ander materiaal dat "gebruikt zou kunnen worden voor binnenlandse onderdrukking".

Iran: Bouwvallige scholen gevaar voor leven van scholieren




      07 april 2017 
 Volgens de directeur van de dienst Modernisering van descholen in de provincie Teheran zijn er bijna 1.000 bouwvallige, onveilige scholen in de provincie, d.w.z. 25-30 procent van de totale onderwijssector.
De onderwijsfunctionaris van het regime verklaarde dat minstens drie miljard toman nodig zouden zijn om een verouderde school te renoveren, wat duidelijk maakt dat het praktisch onmogelijk is de financiële middelen vrij te maken om zo’n duizend scholen te moderniseren.
Deze scholen zijn gemiddeld 35-40 jaar oud, sommige zelfs nog ouder, en zijn nog steeds in gebruik, ondanks het feit dat ze niet aan de standaardvereisten voldoen en zich in eenkritieke, onbruikbare staat bevinden. (Officiële Khabar-TV, 4 april)
Verder heeft het hoofd van de nationale dienst Modernisering van de scholen melding gemaakt van 164.000 klaslokalen in het hele land die gerenoveerd zouden moeten worden. (Staatsnieuwsagentschap ISNA, 31 maart 2017)
Het Tasnim-nieuwsagentschap citeert het hoofd van het ‘Iraanse sponsor-verbond van Schoolbouwers’: “de bouwvallige scholen vormen een gevaar voor miljoenen scholieren.” (Officieel Tasnim-nieuwsagentschap, 24 maart2016)
Voeg daarbij ook nog het feit dat niet alle scholieren de mogelijkheid hebben om aan gewone scholen te studeren. Een vrij groot deel van de scholieren is gedwongen in ‘semi-permanente klaslokalen’, die verre van veilig zijn, te studeren.
Kanaal vijf van de staatstelevisie berichtte onlangs over een school in het dorp Yousefkal in de provincie Sardasht, waar de scholieren geconfronteerd werden met een ontplofte centrale verwarming, en dat amper een uur vóór het begin van de lessen. Het bericht meldde verder dat er veel semi-permanenteklaslokalen zijn in het land, die dus ver afstaan van de onderwijsstandaarden.
De bouwvallige scholen en de krappe onderwijsaccomodatiesvormen niet alleen een gevaar voor het leven van de scholieren, maar schaden ook hun leermogelijkheden.
In dit verband ook citeert de website van het ‘uitvoerend hoofdkwartier van het Imam-regime’ het hoofd van de ‘East-Azerbaijan School Modernization Task Force’: “een paardagen geleden bezocht ik een 1.700 m2 grote school nabijTabriz, waar 530 scholieren les kregen in banken die tot vlakbij het schoolbord stonden. Deze omstandigheden ondermijnen zowel scholieren als leraren en halen het leerniveau duidelijk naar beneden omdat er te weinig ruimte is voor een klaslokaal, waardoor alles ver onder de stadaarden blijft.”
Zo wordt ook duidelijk dat bouwvallige scholen niet beperkt blijven tot bepaalde steden of provincies, maar overal in het land voorkomen.
Als in provincies als Teheran, West- en Oost-Aserbeidjan al dergelijke omstandigheden voorkomen, dan is makkelijk te voorspellen hoe deplorabel de toestand van scholen in afgelegen, armere provincies als Sistan en Baloetsjistan moet zijn.
Ondanks dergelijke gevaarlijke omstandigheden heeft het regime er echter niets aan gedaan. Omdat van jaar tot jaar meer gelden vrijgemaakt moeten worden voor veiligheidsdiensten als de Revolutionaire Garde enordehandhavingseenheden, blijft het onderwijsbudget zo laag dat 98 procent ervan besteed wordt aan onderwijsssalarissen, zoals regimefunctionarissen ook toegeven.
De voormalige Afgevaardigd Onderwijsminister verklaarde in een interview met het Quds Force’s Tasnim-nieuwsagentschap dat 2017 een zwaar jaar voor het ministerie zou worden.
“Het Onderwijsministerie zou in 2017 33 duizend miljard aan zijn personeel moeten uitbetalen. Dit betekent dat er ook dit jaar een tekort aan financiële middelen zal ontstaan.” 
De regimefunctionaris voegde eraan toe dat het budget voor 2016 ook al niet de uitgaven van het ministerie dekte. “Als het Onderwijsministerie per maand gemiddeld 2.500 miljardtoman aan zijn personeel uitbetaalt, zal het de nieuwjaarsbonus niet kunnen betalen, wat dus op een verborgen deficit neerkomt. Indien de noodzakelijke financiële middelen niet in de staatsbegroting aan het onderwijsministerie worden toegewezen, dan betekent dit dat de schoolhoofden zullen gedwongen worden kosten op de gezinnen te verhalen, waarmee gezinnen dus openbare scholengaan onderhouden.” (Officieel Tasnim-nieuwsagentschap, 5 december 2016)
De werkelijkheid is dat de hoop dat het regime het probleem van bouwvallige scholen zou aanpakken, erg onrealistisch is, omdat het bij de geldende corruptie en plunderingen door het regime irrelevant blijft, terwijl het gevaar voor miljoenen in bouwvallige scholen studerende scholieren totaal onbelangrijk gevonden wordt.

Iran: Boeren en Veehouders Houden een Bijeenkomst om Tegen Nationale Landafbraak te Protesteren




 21 april 2017

Een aantal boeren en veefokkers in Kuhdasht kwam bijeen vóór het hoofdbureau van de gouverneur van het regime in Kuhdasht, waarbij zij een menselijke keten vormden om te protesteren tegen nationale landafbraak.
Eén van de boeren bij de bijeenkomst zei, dat wat dit betreft “onze grond in beslag is genomen, van sommigen onder schot, terwijl de overheid hier tot nu toe geen investeringen heeft gepleegd.”
 “Behalve ons land is ons vee ook niet veilig voor hun intimidatie” voegde hij er aan toe.
Een andere protesterende boer uit Kuhdasht legde uit dat de boeren en veefokkers in de regio 
die aktes van hun boerderij en van land voor de veeteelt hebben, zeggen “aangezien wij geconfronteerd worden met afbraak van nationaal land, hebben wij besloten een protestbijeenkomst te houden, zodat onze stemmen door de overheid gehoord worden.”
De boer vertelde dat zij hun zorgen voor het eerst hebben geuit in januari 2017, “sinds ons eerste protest, is het ons niet toegestaan ook maar iets te doen aan landbouw of veeteelt, zelfs niet voor ons levensonderhoud.”

“De ambtenaren praten steeds over milieubescherming, groene ruimte en behoud van bomen”, voegde hij er aan toe, “maar ze geven geen van allen om de boeren in de regio. Wij werkten samen met andere inwoners in de streek, waarbij we maanden lang over onze zorgen over het behoud van natuurlijke bronnen bezig waren, maar geen van de verantwoordelijke instellingen of organisaties heeft enige aandacht aan onze protesten besteed.”
In de tussentijd lichten boeren van ‘Tang-e Darab’ toe, met de aktes van landbouwgrond in de hand, dat geen enkele juridische of natuurlijke persoon ook maar enig document heeft gepresenteerd om te bewijzen dat hij eigenaar van de grond is en ze zeggen dat ondanks de nodige inspanningen van hun zijde, de ambtenaren niet hebben gereageerd. Zij willen graag dat hun productie en werk niet verloren gaan op deze manier en dat de ambtenaren om hen zouden geven.
Daar Kuhdasht in de westelijke provincie Lorestan (in het zuidwesten van Iran) ligt, met het milde klimaat van het hoogland, is het merendeel van de bevolking actief in de landbouw en veeteelt.