maandag 26 februari 2018

20.000 Masters werkloos in Iran



 21 februari 2018 
Volgens de rector van de Iraanse Azad-universiteit zijn er op het moment 20.000 afgestudeerden met een masterdiploma in het land werkloos.
Bij een toespraak in Hamedan verklaarde Farhad Rahbar dat “vandaag de dag van de 47.000 master-gediplomeerden er 20.000 werkloos zijn”, aldus het terroristische Quds Force’s Tasnim-nieuwsagentschap.
Rahbar waarschuwde dat “dit tot een crisis zou kunnen leiden indien er op dit gebied niets ondernomen wordt.”
En ook de officiële Eghtesad-Onlinewebsite had al afgelopen november gemeld dat 204.000 afgestudeerde universitairen werkloos waren.
Volgens een rapport van het officiële Statistische Centrum maken 5.038.000 Iraanse werkenden met een middelbare en hogeschoolopleiding het grootste deel van de Iraanse werkende bevolking uit, gevolgd door 3.123.900 werkenden met de graad van bachelor en 1.007.900 met een masterdiploma en/of doctorgraad.
Het kleinste deel van de werkende bevolking vormen de gepromoveerden met een specialisme met een totaal aantal van 100.704. Maar in totaal zijn 204.000 masters en gepromoveerden werkloos.
Als hoofd van de officiële Management- en Planning-organisatie ten tijde van het presidentschap van Ahmadinejad en nadien sleutelfiguur in de presidentscampagne van  Ebrahim Raeisi, werd Farhad Rahbar tot hoofd van de Azad-universiteit benoemd, na het ontslag van Hamid Mirzadeh.
Tot de veranderingen onder het nieuwe bestuur van de Azad-universiteit behoort een reglement bestaande uit 8 punten, dat o.a. de inachtneming van de kledingvoorschriften en van de moraal voorschrijft en het roken verbiedt in de ruimtes van de Azad-universiteit, onder geen beding veldonderzoek door gemengde studentengroepen toelaat, muziekconcerten in en bij Azad-universiteit verbiedt, revolutionaire studenten en docenten meer voorrechten geeft zodat ze een grotere rol kunnen spelen, en eist tenslotte de inachtneming van de religieuze, morele en wetenschappelijke standaarden bij de doorvoering van welkomst- en afstudeer-ceremonies.

donderdag 15 februari 2018

Iran: Slogans als “Weg met de dictator”, beelden uit verschillende steden



 13 februari 2018 
 11 februari, Mellat-Park in Mashhad
Iran Uprising
Op 11 februari demonstreerden moedige jongeren in Teheran in de buurt van de stadsschouwburg en de Vali-e Asr-intersectie, waarbij ze “Weg met de dictator” scandeerden, waardoor ze ook in botsing kwamen met de ordetroepen van het regime. In het Mellat-Park in Mashhad was er eveneens een confrontatie met de IRGC-troepen. Ook in talrijke andere steden uitten burgers hun woede en afkeer van het in Iran heersende religieuze fascisme.
Op het Teheraanse Azadi-plein werd sommige bewoners gedreigd dat ze gearresteerd of op hun werk ontslagen zouden worden indien ze niet zouden deelnemen aan de door de staat n.a.v. de verjaardag van de anti-sjah-revolutie georganiseerde demonstratie op 11 februari, ze joelden en floten tijdens de toespraak van Rouhani en scandeerden de slogan "leugenaar, leugenaar", en hoonden zijn loze beloften weg door "Allemaal leugens, allemaal leugens" te scanderen. 
Bij het metrostation in het Mellat-Park in Mashhad scandeerde een groep betogers de slogan "Weg met de dictator." Ordetroepen arresteerden vijf personen, waaronder twee vrouwen. Gebruikmakend van een taser en pepperspray beletten de ordetroepen de betogers om in de buurt van de gearresteerden te komen.

1. Op één van de metrostations in Teheran werd een moedige jongeman, die slogans als ‘weg met de dictator’ en ‘weg met Khamenei’ scandeerde, door een Basiji-agent aangevallen. De door de menigte geïdentificeerde aanvaller bleek de regeringsagent Ali Mousavi te zijn, van wie ook het adres en andere gegevens op de sociale netwerken gepost werden.

2. In Shahsavar (Tonekabon) verbrandde een jongere op het Shohada-plein een groot spandoek met de afbeelding van Khamenei.
3. In Baneh verbrandden moedige jongeren een spandoek van het regime met daarop de foto van Khamenei.
4. In de Kashani-straat in Shahr Kord werd een agent van de inlichtingendienst hardhandig aangepakt voor het identificeren en arresteren van jongeren die aan demonstraties deelnamen. Hij werd door de politie naar een ziekenhuis gebracht.
5. In talrijke steden, waaronder Teheran, Mashhad, Qom, Ahwaz, Uramanat en ..., hebben jongeren de slogans ‘weg met Khamenei’, ‘weg met de dictator’, en ‘sterven of vrijheid’ op de muren van de Basij-centrale of in andere delen van de stad geschilderd.
6. Het in brand steken van een Peugeot 206, eigendom van het Inlichtingenbureau van Ahwaz, is in de afgelopen dagen één van de daden geweest van moedige jongeren in Ahwaz.

dinsdag 6 februari 2018

Iran: Gezondheidstoestand van politieke gevangenen verslechtert



, 31 januari 2018 19:09

(v.l.n.r. op de foto) Saeid Shirzad en Majid Assadi
De gezondheidstoestand van de politieke gevangenen in  de Iraanse Rajaee-Shahr-gevangenis is verslechterd omdat gevangenisfunctionarissen en de regime-rechtspraak de gevangenen beletten naar gezondheidscentra te gaan. Volgens berichten bevindt de politieke gevangene ‘Majid Assadi’, die een levertumor heeft, zich in kritieke toestand ten gevolge van de ontzegging van de noodzakelijke medische behandelingen.
In de periode daarvóór heeft de familie van Assadi zich herhaaldelijk tot het Openbaar Ministerie gewend met het verzoek de politieke gevangene naar een ziekenhuis te brengen voor een gespecialiseerde behandeling, een verzoek dat nog steeds niet door de regimefunctionarissen is ingewilligd, ondanks het dringende advies van de artsen om Majid Assadi onmiddellijk voor een gespecialiseerde behandeling op te nemen.
En ook Saeid Shirzad heeft intussen geen medische behandeling na zijn langdurige hongerstaking gekregen. Deze politieke gevangene lijdt aan een nierkwaal en heeft problemen met de tussenwervelschijven, en zijn gezondheidstoestand is verslechterd na zijn hongerstaking.
Ennu – na twee maanden van oproepen door de familie van Shirzad – heeft de officier van justitie toegestaan dat de politieke gevangene een fysiotherapeutische behandeling ondergaat, maar de gevangenisfunctionarissen weigeren die nog steeds.
Majid Assadi was enkele maanden geleden tot zes jaar gevangenis veroordeeld wegens daden tegen de nationale veiligheid zoals ‘samenkomsten, samenzwering en verspreiding van propaganda tegen het regime’.
Hij verklaarde enkele weken geleden dat de rechtbank zijn weigering om deel te nemen aan een uitzending van de staatstelevisie als een bewijs aanzag in lijn van de beschuldigingen. Majid Assadi werd in januari 2017 thuis  gearresteerd in Karaj door veiligheidstroepen, waarbij de agenten zijn woning inspecteerden en sommige persoonlijke bezittingen in beslag namen.
Assadi, 34, was al eens eerder gearresteerd voor zijn politieke activiteiten. De voormalige student-activist aan de Teheraanse Allameh Tabatabi Universiteit werd voor de eerste keer gearresteerd in juli 2008 door het Ministerie van Inlichtingen. Drie maanden later werd hij op borgtocht vrijgelaten. In maart 2010 veroordeelde de Kamer 15 van de Revolutionaire Rechtbank, voorgezeten door rechter Salavati, hem tot vier jaar gevangenisstraf op beschuldiging van ‘samenkomst en samenzwering ter beraming van handelingen tegen de nationale veiligheid’. Dit vonnis werd vervolgens ook door het hof van beroep bevestigd, waarop de voormalige student-activist op 5 oktober 2011 naar de afdeling 350 van de beruchte Evin-gevangenis overgebracht werd. Na het uitzitten van die vierjarige straf werd Assadi op 8 juni 2015 uit de gevangenis ontslagen.
Saeid Shirzad en een aantal andere politieke gevangenen hielden vanaf 23 juli 2017 een hongerstaking, die twee maanden zou duren, waarmee ze wilden protesteren tegen de voortdurende druk op hen als gevangenen door functionarissen van de Rajaee-Shahr-gevangenis. Later werd Shirzad afgeranseld en midden september 2017 naar de afdeling 3 van de gevangenis overgebracht.
Shirzad werd voor de eerste keer gearresteerd na het opzetten van een hulpoperatie voor de aardbevingsslachtoffers van Aserbeidjan. Hij werd 19 dagen later op borgtocht vrijgelaten. Op 2 juni  2014 werd Shirzad opnieuw gearresteerd en wel op zijn werkplek in de Tabriz-raffinaderij en naar de Evin-gevangenis overgebracht. Later werd hij verbannen naar de Rajaee-Shahr-gevangenis wegens zijn volharding in de protesten van de gevangenen.
Na 15 maanden van onzekerheid en gevangenzetting werd Shirzad beschuldigd van ‘samenkomsten en samenzwering’ en tot vijf jaar gevangenisstraf veroordeeld door Kamer 15 van de Revolutionaire Rechtabnk (rechter was Abolghasem Salavati). Deze straf was verzwaard omdat hij eerder als politieke gevangene tot één jaar voorwaardelijke gevangenisstraf veroordeeld was, een vonnis dat nu met de nieuwe straf verrekend werd.
Wat zijn activiteiten betreft: zo was Shirzad betrokken bij hulpoperaties in de aardbevingsgebieden van zowel Bushehr als van Sistan en Baluchestan. Shirzad engageerde zich ook bij het onderwijs aan door de aardbeving getroffen kinderen door opleiding in gezondheidszorg en materiële voorzieningen voor aardbevingsslachtoffers, zoals standaard elektriciteitsvoorziening, correspondentie over Conex-onderkomens, en communicatie met de lijdende kinderen, om voor hen de miserabele toestand draaglijker te maken.