Drie politieke gevangenen in de Minab-gevangenis,
in Zuid-Iran, werden tot in totaal 100 jaar gevangenisstraf veroordeeld.
Mohammad Hossein Rezaie, Kamal Sharifi en Afshin Sohrabzadeh zijn drie Koerdische
politieke gevangenen, veroordeeld tot resp. 45, 30 en 25 jaar gevangenisstraf. Ze
waren verbannen naar de Minab-Provincie in Hormozgan.
Deze gevangenis, met een capaciteit
van 1.000 gedetineerden en een klein aantal politieke gevangenen, kent geen speciale
afdeling voor politieke gevangenen. Het feit dat ze zo ver van hun woonplaats
vastgehouden worden, maakt voor hun familie een bezoek erg moeilijk en duur.
Het gebrek aan bevoorrading en het onvermogen van de autoriteiten om de
gevangenen op basis van hun misdaden gescheiden te houden, heeft tot
aanhoudende klachten van deze gevangenen geleid.
Mohammad Hossein Rezaie
Mohammad (Khosro) Hossein
Rezaie, 31, werd in 2011 gearresteerd samen met een aantal anderen uit een dorp
genaamd Tabe’e nabij bij de stad Sanandaj, in het westen van Iran. Hij werd
ervan beschuldigd lid te zijn van de Koerdistan Revolutionaire Kumele-groepering.
Kamal Sharifi
Intussen 43 jaar oud, was Sharifi
oorspronkelijk in 2008 gearresteerd in Saghez, West-Iran. Hij was tot 30 jaar gevangenisstraf
en aansluitend verbanning veroordeeld. Hij werd na de opschorting van zijn
vonnis naar de Minab-gevangenis overgebracht.
Afshin Sohrabzadeh
Op 24-jarige
leeftijd werd hij op 8 juni 2008 in Kamiyaran, West-Iran, gearresteerd door
agenten van de inlichtingendienst. Na intense ondervraging op het bureu van de
inlichtingendienst in Kamiyaran werd hij ondergebracht in de Centrale gevangenis
van Sanandaj.
Tijdens
een erg korte zitting van kamer 2 van de rechtbank in Sanandaj werd hij
beschuldigd van ‘moharebe’ (vijandschap tegenover God) door zijn lidmaatschap
van Koerdische oppositiepartijen en veroordeeld tot 25 jaar verbanning naar de Minab-gevangenis.
(Hrana – 11 maart 2016)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten