zaterdag 25 augustus 2018

19 Universiteitsstudenten in Iran kregen lange gevangenisstraffen, een twintigste staat op het moment in Teheran terecht, 17 augustus 2018


Iraanse studenten botsen met de oproerpolitie tijdens een anti-regeringsdemonstratie bij de Universiteit van Teheran afgelopen 30 december 2017. Volgens berichten in de media vindt er in de meeste steden in Iran illegaal protest plaats tegen de regering. In ten minste negen steden, waaronder Teheran, werd geprotesteerd tegen het economische en buitenlandse beleid van de regering van president Hassan Rouhani.    
Minstens zeventien studenten van universiteiten in Teheran en twee andere studenten uit Tabriz hebben harde gevangenisstraffen van een tot twaalf jaar gekregen in prejudiciële uitspraken van het Revolutionaire Hof voor het bijwonen van protesten eerder dit jaar.
In het laatste geval werd de studentenactivist van de Universiteit van Teheran, Parisa Rafiei, op 13 augustus 2018 berecht voor Kamer 26 van het Revolutionaire Hof, voorgezeten door rechter Mashallah Ahmadzadeh op grond van beschuldigingen m.b.t. de  nationale veiligheid.
"Mijn cliënt legde voor de rechtbank uit dat ze gewoon een studentenactivist is die werkt binnen de grenzen van de wetten van de Islamitische Republiek," zei Rafiei's verdediger, Saeed Khalili, in een bericht dat Ensaf News op 13 augustus publiceerde.
"Zij is beschuldigd van bijeenkomsten en samenzwering tegen de nationale veiligheid en van propaganda tegen de staat, maar alles wat ze deed was deelnemen aan studentenvakbonds-bijeenkomsten binnen de universiteit om tegen sommige administratieve besluiten te protesteren of om bepaalde eisen te stellen, acties die geen van beide een misdaad zijn," verklaarde hij.
Een fotografiestudent aan de Universiteit van Teheran, Rafiei, 21, werd op 25 februari 2018 gearresteerd door agenten van het Iraanse ministerie van Inlichtingen wegens het bijwonen van protesten die in december 2017 en januari 2018 in Teheran en verschillende andere Iraanse steden plaatsvonden.
Zij werd drie weken lang zonder juridische bijstand ondervraagd, waarop ze uiteindelijk op borgtocht werd vrijgelaten.
"Helaas berust de zaak op een misverstand,  namelijk dat mijn cliënt verbonden zou geweest zijn met marxistische en linkse facties, en daarom heb ik een omvangrijke petitie ingediend waarin ik probeerde elke verwarring weg te nemen," schreef haar advocaat in zijn bericht.
Het proces tegen Rafiei vindt plaats nadat verschillende andere studenten al tot lange gevangenisstraffen zijn veroordeeld wegens het vreedzaam bijwonen van protesten in Iran.
Hieronder volgt een lijst van studenten die tot nu toe zijn veroordeeld:
1) Zanyar Ahmadiniaz, student boekhouding, Teheran Islamitische Azad-universiteit: acht jaar gevangenis.
2) Sima Entesari, afgestudeerd in Engels: vijf jaar gevangenis.
3) Shima Entesari, doctor in de economie, Universiteit van Teheran: vijf jaar gevangenisstraf.
4) Mehdi Eskandari, rechtenstudent, Payame Noor-universiteit in Teheran: zes jaar gevangenisstraf en een uitreisverbod van twee jaar.
5) Reza Bavi, student klinische psychologie, Roudehen Islamitische Azad-universiteit: zeven jaar gevangenis.
6) Pedram Pazireh, afgestudeerd in cultuur en media, Universiteit van Teheran: zeven jaar gevangenis en 74 zweepslagen.
7) Leila Hosseinzadeh, student antropologie, Universiteit van Teheran: zes jaar gevangenis en een reisverbod van twee jaar naar het buitenland.
8) Mohsen Haghshenas, student decorontwerpen, Universiteit van Teheran: twee jaar gevangenis.
9) Khashayar Dehghan, doctor in elektrotechniek, Universiteit van Teheran: zeven jaar gevangenis, 74 zweepslagen en twee jaar ballingschap naar Borazjan in de provincie Bushehr.
10) Sina Darvish Omran, bachelordiploma Duits aan de Universiteit van Teheran: acht jaar gevangenisstraf, een reisverbod van twee jaar naar het buitenland en een verbod van twee jaar op politieke en sociale activiteiten, waaronder sociale media.

11) Sina Rabiei, student sociologie, Universiteit van Teheran: een jaar gevangenis en een uitreisverbod van twee jaar.
12) Roya Saghiri, Shahid Madani-universiteit in Tabriz: 23 maanden gevangenisstraf.
13) Fereshteh Tousi, student sociologie, Allameh Tabataba'i-universiteit in Teheran: anderhalf jaar gevangenis en een verbod van twee jaar op politieke en sociale activiteiten.
14) Sadegh Gheysari, journalist en student aan de Shahid Beheshti-universiteit: zeven jaar gevangenis, 74 zweepslagen, twee jaar verbod op media-activiteiten en twee jaar uitreisverbod.
15) Ali Kamrani, student Engels taalonderwijs, Shahid Madani-universiteit in Tabriz: drie maanden gevangenis.
16) Rouhollah Mardani, docent en student Perzische literatuur aan de Universiteit van Teheran: zes jaar gevangenis, twee jaar verbod op politieke en sociale activiteiten en twee jaar uitreisverbod.
17) Zafarali Moghimi, doctor in de metallurgie, Amir Kabir-universiteit in Teheran: zeven jaar gevangenis.
18) Ali Mozaffari, student antropologie aan de Universiteit van Teheran: acht jaar gevangenis, twee jaar uitreisverbod en twee jaar verbod op politieke en sociale activiteiten, waaronder sociale media.
19) Kasra Nouri, afgestudeerd mensenrechtenstudent aan de Universiteit van Teheran: 12 jaar gevangenis, 74 zweepslagen, twee jaar ballingschap naar het district Salas Babajani in de provincie Kermanshah, twee jaar uitreisverbod en twee jaar verbod op politieke en sociale activiteiten, waaronder sociale media.

maandag 13 augustus 2018

Spoorwegarbeidersstaking wegens achterstallig loon gaat onverminderd door



  08 augustus 2018
Een spoorwegarbeidersgroepering in Iran heeft in een verklaring gezegd dat de arbeiders in staking zullen blijven tot hun eisen worden ingewilligd.
De spoorwegarbeiders zijn in Iran sinds 20 juli in staking, in steden als Arak, Azarbaijan, Isfahan, Khorasan, Lorestan, en Zanjan, met als eis de uitbetaling van hun achterstallige loon van twee maanden.
In de verklaring wordt geëist dat de duizenden arbeiders, die verantwoordelijk zijn voor de werking van de spoorlijnen van het land, hun salaris uitbetaald krijgen. Zij eisten ook vaste contracten, een onmiddellijke beëindiging van ontslagen, verzekeringsvoordelen, het recht om een vakbond te vormen en het recht om te protesteren.
De regering-Hassan Rouhani heeft herhaaldelijk beloofd erop toe te zien dat de lonen worden uitbetaald, maar dat heeft tot nu toe tot geen enkel resultaat geleid.
Protest door molenarbeiders
Natuurlijk zijn de werknemers bij de spoorwegen niet de enigen die tegen de achterstallige lonen protesteren. Honderden arbeiders van de suikerrietmolen van Haf Tapeh verzamelden zich voor de tweede dag op rij op zaterdag vóór het hoofdkantoor van het industriecomplex om te protesteren tegen de achterstallige lonen.
Volgens een verklaring van de vakbond van werknemers van Haf Tapeh in april hadden ze hun loon maandenlang niet ontvangen, en hadden ze in maart nog steeds hun nieuwjaarsbonus niet ontvangen.
De eigenaar van de fabriek beschuldigde geïmporteerde suiker van het drukken van de prijzen en van de moeilijkheden om het bedrijf terug winstgevend te maken, maar tijdens een protest afgelopen januari verklaarde arbeider Isma'eil Bakhshi dat de werknemers geen geld hadden, en dat ze zelf iets moesten ondernemen. Hij en verschillende andere demonstranten werden gearresteerd.
Opstand
Iran is dagelijks getuige geweest van massale protesten sinds afgelopen december, nadat een ontwerpbegroting was bekend geworden die de subsidies voor de armen verlaagde ten voordele van hogere militaire uitgaven. De protesten mobiliseerden al snel de mensen met hun grote aantal grieven en mondden uiteindelijk uit in een algemene opstand tegen het regime. Velen verwijten het regime dat het buitenlandse oorlogvoering en steun aan terrorisme boven de veiligheid en het welzijn van het Iraanse volk stelt.
De opstand verspreidde zich snel naar ten minste 142 steden in Iran, en dat in alle 31 provincies, meer dan vier maanden voordat de VS zich terugtrok uit de nucleaire deal met Iran. Sinds die terugtrekking zijn de protesten tegen het regime en tegen de falende economie alleen maar toegenomen. Nu zijn zelfs die groepen, die van oudsher loyaal aan het regime zijn, de straat opgegaan.
Het regime heeft geprobeerd om de schuld van de protesten op "buitenlandse vijanden" af te schuiven, maar de realiteit is dat de financiële situatie voor de werkende klasse erbarmelijk is, met een minimumloon dat neerkomt op $ 200 per maand.
Activist Jafar Azimzadeh zei: "Waar anders ter wereld vind je een werknemer wiens loon vier keer onder de armoedegrens ligt en die door de politie tot werken wordt gedwongen? Dit is een misdaad. Dit is slavernij."