08 augustus 2018
Een
spoorwegarbeidersgroepering in Iran heeft in een verklaring gezegd dat de
arbeiders in staking zullen blijven tot hun eisen worden ingewilligd.
De spoorwegarbeiders
zijn in Iran sinds 20 juli in staking, in steden als Arak, Azarbaijan, Isfahan,
Khorasan, Lorestan, en Zanjan, met als eis de uitbetaling van hun
achterstallige loon van twee maanden.
In
de verklaring wordt geëist dat de duizenden arbeiders, die verantwoordelijk
zijn voor de werking van de spoorlijnen van het land, hun salaris uitbetaald
krijgen. Zij eisten ook vaste contracten, een onmiddellijke beëindiging van
ontslagen, verzekeringsvoordelen, het recht om een vakbond te vormen en het recht
om te protesteren.
De
regering-Hassan Rouhani heeft herhaaldelijk beloofd erop toe te zien dat de
lonen worden uitbetaald, maar dat heeft tot nu toe tot geen enkel resultaat
geleid.
Protest
door molenarbeiders
Natuurlijk
zijn de werknemers bij de spoorwegen niet de enigen die tegen de achterstallige
lonen protesteren. Honderden arbeiders van de suikerrietmolen van Haf Tapeh
verzamelden zich voor de tweede dag op rij op zaterdag vóór het hoofdkantoor
van het industriecomplex om te protesteren tegen de achterstallige lonen.
Volgens
een verklaring van de vakbond van werknemers van Haf Tapeh in april hadden ze
hun loon maandenlang niet ontvangen, en hadden ze in maart nog steeds hun
nieuwjaarsbonus niet ontvangen.
De
eigenaar van de fabriek beschuldigde geïmporteerde suiker van het drukken van
de prijzen en van de moeilijkheden om het bedrijf terug winstgevend te maken,
maar tijdens een protest afgelopen januari verklaarde arbeider Isma'eil Bakhshi
dat de werknemers geen geld hadden, en dat ze zelf iets moesten ondernemen. Hij
en verschillende andere demonstranten werden gearresteerd.
Opstand
Iran
is dagelijks getuige geweest van massale protesten sinds afgelopen december,
nadat een ontwerpbegroting was bekend geworden die de subsidies voor de armen
verlaagde ten voordele van hogere militaire uitgaven. De protesten mobiliseerden
al snel de mensen met hun grote aantal grieven en mondden uiteindelijk uit in
een algemene opstand tegen het regime. Velen verwijten het regime dat het
buitenlandse oorlogvoering en steun aan terrorisme boven de veiligheid en het
welzijn van het Iraanse volk stelt.
De
opstand verspreidde zich snel naar ten minste 142 steden in Iran, en dat in
alle 31 provincies, meer dan vier maanden voordat de VS zich terugtrok uit de
nucleaire deal met Iran. Sinds die terugtrekking zijn de protesten tegen het
regime en tegen de falende economie alleen maar toegenomen. Nu zijn zelfs die
groepen, die van oudsher loyaal aan het regime zijn, de straat opgegaan.
Het
regime heeft geprobeerd om de schuld van de protesten op "buitenlandse
vijanden" af te schuiven, maar de realiteit is dat de financiële situatie voor
de werkende klasse erbarmelijk is, met een minimumloon dat neerkomt op $ 200
per maand.
Activist
Jafar Azimzadeh zei: "Waar anders ter wereld vind je een werknemer wiens
loon vier keer onder de armoedegrens ligt en die door de politie tot werken
wordt gedwongen? Dit is een misdaad. Dit is slavernij."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten